Corsica 2010

Dag 3

Bastia - Saint Florent
288 Km

De nacht aan boord van de ferry was alweer een ramp. Wat slapen betreft dan toch. In het toilet had ik mijn motopak kunnen ruilen voor luchtigere kledij en had ik me zelfs een beetje kunnen wassen.Tijdens het drinken van mijn slaapmutsje zelfs nog een leuk gesprek gehad met een van de werkneemsters aan boord. Een Roemeense die drie maanden per jaar op de ferry kwam werken en vloeiend Italiaans en Frans sprak.
Maar niets hielp om daarna de harde bank te kunnen negeren. Elke vijf minuten van zijde wisselen en tegelijk ook nog zorgen niet van die bank te rollen is geen eenvoudige opdracht. Beeld je dat in 'gewikkeld' in een mummieslaapzak en je weet hoe laat het is. Voordeel van zo'n slapeloze nacht was wel de schitterende zonsopgang die ik mocht meemaken. Alle kleuren paars, roze en geel heb ik gezien.

En toen even later ook Corsica in beeld kwam was de nacht alweer vergeten.
Het eenvoudige ontbijt aan boord was lekker en verbazend goedkoop (5 €). De Liechtensteiner stelde me nog voor dat ik in zijn cabine snel kon gaan douchen als ik wilde, maar ik had mezelf ondertussen al verzoend met de geur die ik meedroeg en heb het dus maar zo gelaten.

De boot afrijden is zoals dat steeds het geval is in de Zuiderse landen, een heel gedoe. Iedereen wil tegelijk de boot af, er zijn er altijd die hun campingijskast vergeten af te zetten en dus met lege batterij op hulp moeten rekenen, anderen zijn dan weer te laat bij hun auto... Maar uiteindelijk lukt het toch en dus maak ik me niet druk. Bastia doorkruisen in de vroege ochtend was aangenaam. Op de terrasjes zaten de eersten al hun koffietje te drinken. Vanaf de stad ging het alsmaar hoger en kreeg ik een eerste indruk van Corsica. Er was gewoon geen plaats om te stoppen anders was ik na tien kilometer al aan de kant gegaan om foto's te maken. Dit belooft...

Bedoeling was eerst naar Saint Florent te rijden en van daar naar de beroemde Gorges d'Asco. Net als in de Alpen zit ik regelmatig met het voetje aan de grond. Om maar te zeggen dat de wegen in echt heel goede staat zijn. Of dat overal zo is, zal af te wachten zijn. De panorama's zijn overal even mooi. Het weer is heerlijk. In de voormiddag 17 à 19°C./ Na de middag stijgen de temperaturen tot 29°.. Te warm om een hele dag in dat motopak te zweten. Vanaf dan zal ik in de namiddag (en die zal steeds vroeger beginnen :-)) in T-shirt rijden. Zwaar tegen mijn principes, maar het is anders echt niet te doen. De snelheid gaat dan wel een stuk(je) naar beneden om het toch een beetje veilig te houden.

In St Florent passeer ik eerder toevallig door de Yachthaven. De boten liggen rustig te dobberen. Er liggen er enkele mooie bij, maar de sjiekste zal ik pas later ontdekken. Daarna gaat het verder naar beneden tot Lozari. Een schitterende kronkelige baan waar de banden enkel aan de zijkanten verslijten. Net voorbij dit stadje draai ik links de 197 op en gaat het richting Ponte Lecia. Een Nationale, maar niet minder leuk om te rijden. Rechte stukken weg kom je amper tegen in Corsica. dat wordt me wel duidelijk. De panorama's onderweg zijn ook elke keer weer juweeltjes.

De ruwheid van het land, de kleuren van de zee, het groen van de bossen... Ik kijk me de ogen uit zonder daarbij de baan te vergeten. Want ondanks de prima staat van de wegen is het nog altijd opletten geblazen. Er lopen niet alleen koeien vrij in het land rond, maar ook paarden en varkens liggen vaak 'dwars'. De hopen uitwerpselen die ze dan ook nog eens droppen , vaak op de ideale lijn als je een bocht uitkomt, kunnen ongewild voor slippertjes zorgen.

 

Enkele kilometers voor Ponte Lecia zie ik de aanwijzingen voor het Asco-dal al staan. Volgens de Guide Michelin een aanrader. Dus draai ik de weg naar dit dal in en begin langzaam te stijgen. Het is een smalle kloof waar de weg doorheen loopt en ik weet niet waar eerst kijken. Regelmatig stoppen voor een foto en vooral om rond te kijken. Dit is prachtig. In een dorpje beslis ik te stoppen voor een koffie. Op het terras, met uitzicht over het dal worden het er twee. De patronne vraagt me of ik nog verder wil rijden en als ik dat bevestig zegt ze me dat het daarboven heel mooi is. "Surtout le matin," omdat er dan nog geen 'mist' is. Maar ook nu is het geen probleem omdat er wind is. Eerst begrijp ik het niet goed, want ze spreekt het woord uit als "Vin". Ze merkt mijn verbazing als ik mezelf afvraag wat wijn met het zicht te maken heeft en spreekt het woord opnieuw uit in het beschaafd Frans. De eerst kennismaking met de Corsicaanse taal dus.

Helemaal aan het einde van de weg ligt een grote parking van waar vele wandelaars vertrekken. Gewoon schitterend alweer. Onderweg heb ik meerdere fietsers zien zwoegen om de steile, nooit eindigende, hellingen te beklimmen. Hoe kan een mens zichzelf zo afpeigeren den k ik, maar heb er wel bewondering voor. Als ze boven komen nemen ze een foto van elkaar en keren ze terug naar het beginpunt van hun tocht. Ook ik rij terug naar beneden en ontdek alweer allerlei mooie beelden.

In mijn oorspronkelijk planning zou ik hier in de buurt een slaapplaats zoeken, maar ik voel me nog absoluut niet moe en de wegen rijden zo vlot, dat ik beslis een extra stukje te rijden. De kortste weg terug naar Bastia denk ik en daarna het stukje land ten Noorden ervan. Le Cap Corse zoals dat gebied genoemd wordt
Maar eerst wordt nog halt gehouden om een hapje te eten. In Ponte Novu zie ik een gelegenheid en bestel er een pizza. Iedereen zit binnen te genieten van de airco. Ik geniet van de warmte op het terras. Terwijl ik er zit zie ik eerst blusvliegtuigen en later blushelicopters af en aan vliegen. Het moet in de buurt zijn, maar van een brand zie ik niets.
Wanneer ik na de lekkere Pizza vertrek merk ik al snel wat er aan de hand is. Langs de weg en de hele helling omhoog is alles zwartgeblakerd. De vlammen laaien hoog op een eindje verder. En de helicopters verlenen met volle macht assistentie aan de 'grondtroepen'. Wanneer ik er later in de week opnieuw passeer zie ik dat de schade beperkt gebleven is, maar dit "vuurtje" maakte al serieus indruk op mij. Nadat ik onderstaande foto's maakte zag ik een eindje verder hoe de helicopters tussen de bomen een 'waterbak' in het riviertje ploften om hem te vullen. Met twee vliegen ze in een razend tempo heen en weer. Nogmaals stoppen voor een foto zat er niet in. Teveel kijklustigen maakten het verkeer er al niet veiliger op.

De gekozen weg is bij het laatste stuk een vreselijk drukke weg waar het aanschuiven is tot de stad. Ik pas me aan de plaatselijke gebruiken aan en rij dus het hele zootje rustig voorbij. De auto's gaan vlot opzij en ook de tegenliggers ruimen baan. In de stad volg ik de borden en kom in een tunnel terecht die vreselijk stinkt, vreselijk warm is en waar het verkeer stil staat zonder dat ik er voorbij kan. Adem inhouden is maar een tijdelijke oplossing. Ik ben echt blij wanneer ik opnieuw 'buiten' mag rijden. Dat terwijl ik ook gewoon langs boven had kunnen rijden... De weg die de Oostkust volgt is afwisselend maar druk in het begin. Het is uitkijken voor de wagens die het vertikken hun pinkers te gebruiken. Het is niet de laatste keer dat me dit opvalt.
In Maccinagio buigt de weg naar het Westen af en begint de klim over de heuvelrug. De baan ligt over de hele afstand opengebroken. Er wordt aan de goten gewerkt, maar zoals het er nu uitziet geloof ik nooit dat die baan volgend jaar al een nieuwe asfaltlaag zal hebben. Daarvooor is nog veel te veel werk te doen. Hobbelend en in slakkengang rij ik dus verder tot ik plots de zee niet meer in mijn spiegels, maar recht voor me uit zie.Op de parking boven op de Col de la Serra stop ik alweer voor een paar foto's. De wandeling naar de windmolen een beetje hoger zie ik niet zitten.Vooral omdat ik mijn spullen niet graag onbeheerd achterlaat. En om nu met helm en jas en tanktas bij deze temperaturen te gaan stappen???
Dus gaat het verder maar weer. Even verder zijn er grote problemen omdat een tegenliggerbus heel de weg nodig heeft om te kunnen draaien. Alweer zo'n obstakel waar je je regelmatig aan kan verwachten als je de bocht induikt. Later zal ik nog vaak bewonderend staan kijken naar die chauffeurs en hoe ze hun stiel kennen. Het zijn geen beginnelingen, zoveel is zeker.

De D80 die ik nu Zuidwaarts volg is in het begin ook al van bedenkelijke makelij. Putten en kiezel maken het er niet leuker op. Maar na een tijdje merk ik dat het asfalt er weer netjes bijligt en kan de aandacht meer verdeeld worden. Dit is een schitterend kustlijn. Rotsig met mooie baaien en een zee die alweerallekleuren blauw vertoont. Nog een stukje verder wordt de weg een circuit. Langgerekte bochten die mekaar blijven opvolgen en vaak zelfs hellend zijn aangelegd. Hier kan het gas nog eens even open gedraaid worden. De wind doet deugd.

Een stukje voor St Florent probeer ik een camping. De manier waarop ze me zeggen geen WIFI te hebben staat me niet aan en ik beslis verder te rijden.
Deze keer sla ik de Yachthaven over en rij rechtstreeks naar de uitgang van de stad om te tanken. Daar zie ik dat ik eigenlijk maar een paar Km van een camping die in de Guide vermeld staat verwijderd ben. Daar naartoe dus.

Ondanks dat de camping voor driekwart leeg staat, wil de eigenaar met me mee om een plaats aan te duiden. Nee ik heb geen bezwaar dat de locatie een beetje helt en als hij me zegt "Un petit prix" te maken is het OK voor mij. 10 € ipv 29 is gunstig. Alleen heb ik de hellingshoek onderschat. Dat zal ik die nacht nog mogen ondervinden.
De camping had wel WIFI en dus kon ik onder het genot van een 'Pietra', het Corsicaanse bier op basis van kastagnes, mijn mails lezen en beantwoorden. En kijken hoe slecht het weer in Belgie wel was...

Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Alle Foto's GPX-routes Meer reisverhalen