Woestijn...

Dag 10

24 juni 2014

Vogharaun - Siglufjordir

261 Km

Hoera, een onverharde weg die niet afgesloten is denk ik als ik de kaart bekijk voor het plannen van de route naar Siglifjordur. Daar zal ik de dag eens mee starten. Het eerste stukje van een vijftal km van de camping naar het begin van de route ken ik nog van de rit naar Husavik. De weg loopt langs de boorden van het Myvatn, maar dat meer heeft me niet kunnen bekoren. Let op, het is er bijzonder mooi en je kan er prachtige wandelingen maken, maar op de een of andere manier is het niet mijn ding.

Daarbij moet gezegd dat de slaapplaats niet echt de mooiste was. Je bent er in containers gehuisvest en de sfeer is er absoluut niet gezellig. Al is dat niet wat je verwacht als je toch de ganse dag de hort op bent. De keukenuitrusting is er erg beperkt en de douches zeer primitief. Ik vond het op een bepaalde manier jammer drie nachten daar gebleven te zijn, maar nu ook niet dat het er zo slecht was hé.
Let vooral op de 'verduisteringsgordijnen'

Eerst die speciale weg. Je moet weten dat er in IJsland verschillende soorten wegen zijn. Op de kaart is de rode weg een zeer goed geasfalteerde en onderhouden weg. Daarnaast heb je bruin gekleurde wegen (die vaak aansluiten bij die rode) Die bestaan uit stevig aangestampte asse/aarde en is meestal wel redelijk effen. Daarna komen de gele wegen. Daar moet je al opletten met welk voertuig je er rijdt, maar ze worden wel onderhouden. Het is te zeggen… als er een groot rotsblok op gerold is, zal het verwijderd worden. Er staan geen ‘winterpaaltjes’ die aangeven hoe de weg exact loopt. Maar ze zijn vaak redelijk goed berijdbaar. Met huurvoertuigen blijf je hier beter weg! En dan zijn er de gele gestippelde wegen die je op een kaart ziet. Dat zijn wegen waar niemand naar omkijkt, maar waar het wel toegelaten is te rijden. Enkel met 4x4 voertuig en dan nog van de betere soort.
Zo’n laatste weg was het dus. In het begin ging het allemaal nog, maar later werd het een spoor dat soms nauwelijks herkenbaar was in de dorre vlakte. Rotsen, losliggende keien, asse, modder.. noem maar op, ik ben het tegengekomen. Hellingen met spitse top waardoor je carterplaat grond raakte. Kortom het was de moeite. Dat er op dei hele weg geen kat te zien was hoef ik niet te vertellen zeker? In ieder geval was het een spannend stukje die 27 km die op de kaart stonden. Alleen zouden het er uiteindelijk bijna 100 worden alvorens ik weer op een gewone gele weg terechtkwam.

Na een dertigtal km is het dan zover… Een rivieroversteek die niet vermeld staat op de kaart. Terugrijden heb ik niet echt zin in en dus is er maar een ding te doen. Alleen heb ik geen idee hoe diep het water is en hoe het met de keien gesteld is. Dichtbij de oever zie ik er liggen zo groot en rond als een biljartbal (OK, een geblutste dan), maar verderop is het water te diep en te zwart. Na een tijd twijfelen neem ik dan toch maar alle moed onder de arm , geef gas los de koppeling en… Nu is er geen weg meer terug. Blijven gaan is het enige wat nog kan, ook op het moment dat de moto serieus wegschuift over de keien en eigenlijk niet echt de richting meer uitgaat die ik graag wil. Het water loopt langzaam in de laarzen, maar dat is eigenlijk het minste van mijn zorgen. Ik blijf gelukkig recht en met een laatste stoot gas schiet ik de oever op. De opluchting die ik daarna voelde? Nee die kan ik niet beschrijven.

Maar ik was er nog niet. De weg werd alleen maar slechter en op een bepaald moment zijn het twee sporen zo’n dertig cm en meer diep. Het is zoeken waar de minste keien en putten liggen. Als ik teveel opzij ga botsen de bagagekoffers tegen de randen van de weg. Nog wat later zie is er totaal geen weg meer en rijd ik enkel op kompasrichting. Maar het lukt. Vanaf een soort registratiehut (aardbevingen??) wordt de weg beter. Hier rijden soms jeeps voorbij. Regelmatig moet er af- en opgestapt worden om hekkens te openen en sluiten. Een teken dat ik opnieuw in de buurt van bewoonde wereld kom. En dan zie ik plots een boerderij. Ik ben er. Vanaf nu komt er alleen maar betere weg. Nu pas durf ik stoppen om van de fles cola te drinken. Wie weet hoe lang had ik ermee moeten rondkomen.

Niet veel later kom ik opnieuw bij de grote ringweg. Net op het punt waar de Godafoss-waterval te zien is. Ook hier word ik overdonderd door het waterspektakel. Hier gooide de wetspreker de Wetgever Þorgeir Þorkelsson zijn heidense afgodsbeelden in de waterval. Dit als blijk voor zijn bekering tot het Christendom. Of het waar is weet ik niet, maar het is een machtig mooie waterval van 30 meter breed die zo'n 12 meter diep valt.

Als ik de baai van Akureyri rond, is het schitterend weer. De helderblauwe hemel, de zee en de besneeuwde achtergrond... Daar word je stil van.

Het laatste stuk van de route wordt nog een keer ontluisterd door een versperring. Blijkbaar ligt er nog teveel sneeuw en dus moet ik de lange smalle tunnel naar Siglufjordir nemen. Jammer, maar zo kom ik lekker vroeg bij het hostel aan. Zodra ik het hostel zie vermoed ik alweer in iets sjofels terecht te komen. Niets was minder waar. Zeer mooie kamer, superuitgeruste keuken, en prachtige gemeenschappelijke zaal. Maar vanavond wil ik mijn eerste rivercrossing toch vieren. In de plaatselijke harborclub worden twee grote pinten en een flink stuk kabeljauw met ui en look met veel smaak binnengewerkt. Eens terug in het hostel worden de dagelijkse voorbereidingen voor de volgende dag gemaakt. Doordat het zo licht blijft verlies je alle besef van tijd en is het alweer 12 uur eer ik in bed lig. Slapen doe ik als een blok…

TERUG   VERDER
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21
Dag 22
Dag 23
Dag 24
Dag 25
Dag 26
Dag 27
Dag 28
Dag 29
Dag 30
Dag 31
Dag 32

Alle Foto's

Gastenboek