Spuiter...

Dag 24

8 juli 2014

 

Selfoss - Selfoss

241 Km

Vandaag stond een rondrit via de zogenaamde hoogtepunten van IJsland gepland. De Gullfoss (foss..waterval, remember?); en de Geysir. Die laatste is een spuitende fontein kokend heet water …die het niet meer doet. Maar er zijn er andere en de Strokkur is een waardige vervanger naar het schijn.

Maar laat me beginnen bij het begin. En dat is het ontbijt natuurlijk. Vandaag geen zin om zelf voor alles te zorgen en dus was een ontbijt besteld in het Hostel. Elders deed ik dat ook al en viel het niet echt mee. Deze keer was dat toch net iets anders. Verschillende soorten broodjes en broden, grote keuze in beleg. Van zoute haring over vissla naar lekker confituurtjes. Natuurlijk ook de gezonde ontbijtgranen en verschillende soorten fruitsap. Al viel het tegen ananassap te proeven als je denkt pompelmoes ingegoten te hebben. Zelfs warme wafels met mapple syrup was er. Niet dat ik van alles gegeten heb, maar heb toch mijn tijd genomen om van het ontbijt te genieten. Er staan amper 220 km gepland en dus heb ik de tijd.

Het nadeel is natuurlijk dat als je later op de dag gaat, je niet alleen bent. Maar dat zou wel meevallen dacht ik. En inderdaad, bij de Geysir aagenkomen lijkt het niet al te druk. Maar eer ik tot de plaats van het gebeuren gewandeld ben, komen de busladingen toe. Allemaal met hun gids met genummerd bordje. Nog voor ik mijn fototoestel in de aanslag heb hoor ik een gedruis en geroep en zie het water huizenhoog spuiten.
Wauwww , dit is toch meer dan ik verwachtte. Ergens meende ik gelezen te hebben dat om de 20’ spektakel te verwachten is en dus heb ik alle tijd om een goed plaatsje te zoeken.

Als ik daar al een tijdje sta komt er zo’n onnozel wicht vlak voor mijn lens staan. Een tikje op de schouder levert alleen maar een minachtende blik op en ze gaat verder met het filmen met haar Smart-Phone. Ik ga dus een beetje opzij en overweeg om op het cruciale moment een flinke duw te geven zodat haar filmpje mislukt en ze opnieuw 20’ mag wachten, maar ja dan heb ik zelf ook geen beeld. Als even later haar vriendinneke zich er ongegeneerd naast plaatst geef ik het op en zoek een betere plaats. Plaats die ik een eind verderop vind. Een beetje hoger en ik kan er zelfs rustig bij gaan zitten. Het duurt wel geen 20’ minuten eer de volgende uitbarsting volgt, maar om de hele tijd met je fototoestel in de aanslag te staan is niet te doen. Het wordt dus een beetje gokken met het apparaat op de knie. Maar het lukt wonderwel . En goed zelfs zie ik later. Een hele serie foto’s geven goed weer hoe die uitbarsting van kokend water eruit ziet. Later kan ik nog foto’s maken uit een andere hoek en de missie is dus geslaagd.


Op naar de Gullfoss. Een van de mooiere watervallen in IJsland en naar het schijnt veel wilder dan de Niagara-falls. Dat is hetgeen geschreven wordt, maar of dat klopt weet ik niet. Daarvoor zal ik eens tot die Niagara moeten rijden om te vergelijken. In elk geval valt het op dat de parking behoorlijk gevuld is . Vooral bussen. Een Duitser spreekt me aan en vertelt me hoe ze zijn gereden sedert hun aankomst in IJsland. Toch ook al twee weken hier denk ik, maar dat is fout. Het is zijn derde dag. Had wel veel in de bus gezeten zei hij.

Het wandelpad naar de waterval is perfect aangelegd met planken. Het is iets dat me vandaag opgevallen is. Heel veel van die monumenten (hier in het zuiden) zijn echt wel rolstoelvriendelijk. En die zie ik dan ook meer dan anders. Speciale busjes, maar ook taxi’s zorgen dat ze in de buurt geraken. Ik volg het wandelpad en sta bovenaan de waterval te genieten van het uitzicht. Het is er druk, en het wordt er steeds drukker. Dit ben ik niet meer gewend. Ook in de jeugdherberg trouwens. Vooral Duits en Frans hoor je er praten. ’t Is erg…
Bij de waterval is een tweede parking, maar daar stop ik later wel. Eerst wil ik nog even naar de rivieroversteek van twee dagen geleden gaan kijken. Diegene die ik toen niet zag omdat ik bij de eerste al terugkeerde. Het is niet zo ver op een F-weg. Ja ik weet dat ik dat nooit meer ging doen, maar de nieuwsgierigheid is te groot. Als ik bij het water aankom ben ik blij twee dagen eerder omgedraaid te zijn. Hier was ik nooit zonder kleerscheuren, of toch een nat pak over geraakt. Ik ben gerustgesteld dat ik niet voor niets heel die weg terug gereden ben.
Op de terugweg stop ik op de tweede parking en geraak er aan de praat met een oudere Duitse dame. Zij heeft nogal interesse in de reis en vooral de manier waarop ik die maak. Zelf is ze niet zo blij met haar ze trip op een cruise-schip. Het is saai en eigenlijk weet je nooit waar je echt bent vindt ze. Binnen twee dagen vertrekken ze opnieuw naar Hamburg en in tussentijd zijn het altijd blitzbezoeken met de bus. Ze is nog volop aan het praten als ze door de reisleider aangemaand wordt op de bus te stappen. Zo’n reis dus…


Op deze parking is het rustiger omdat de meeste bussen enkel helemaal bovenaan de waterval stoppen. Op die andere parking wilde ik trouwens naar het toitet gaan en moest daarvoor een ticketje kopen . Dit is echt de eerste keer dat ik zou moeten betalen hebben. Zou, want ben maar een eindje verder gereden. Gasboetes voor wildplassen hebben ze hier nog niet. Na de watervallen rij ik nog naar Thingvellir. Je weet wel dat oude parlement en de scheur tussen de tectonische platen. Het is er alweer keidruk en ik laat de wandeling voor wat ze is. Het is ook een heel eind lopen als ik in de verte mensen hoog op de rotsen zie staan.
Op de brug waar muntjes in het water mogen gegooid worden, hoor ik een gids zeggen dat het water er 18 meter diep is en dag in dag uit 4°C warm is. Of koud natuurlijk. Glashelder is het en ik zie zowat iedereen met geld gooien. Zelf gooi ik het liever naar een kelner of barman en hou het dus op zak. Maar het is wel indrukwekkend die muntjes tot op de bodem te zien zweven/zinken.

Een eindje verder volgen er nog parkings en hoef ik eigenlijk helemaal niet te wandelen. Bij een overstekend moedergans en haar jongen ben ik te laat voor de foto, maar even verder steken er duikers over. Of eigenlijk snorkelaars. Dat wil ik zien en dus gaat de moto alweer naar de kant. Inderdaad in de kloof die er is, wordt in dikke neopreenpakken gedoken. Ik hoor de begeleider nog zeggen dat het gezicht en handen alleen in aanraking komen met de koude. Het gezicht zou meevallen en na twee minuten niet meer koud aanvoelen. Volgens mij voel je dan niets meer, maar ik zwijg stilletjes. De handen worden door neopreenhandschoenen beschermd, maar de mensen krijgen de raad hun handen niet te gebruiken om te zwemmen. Het vervolg wacht ik niet op, maar intussen zie ik in de verte een paar vinnen aan de wateroppervlakte flapperen. Het is dus geen grap.

Wat ook geen grap is, is het weer. Vanmorgen stralend en zelfs warm (16°), nu is het zwaarbewolkt. Donker en de eerste druppels vallen al. Dus ga ik maar op weg om de laatste 50 km naar huis te rijden. Gelukkig is de regen vals alarm en blijft het droog. Na bijna een ganse dag asfalt komen er toch nog wat gravel-roads aan te pas. En plots zie je dus niemand meer. En vooral geen bussen.

Thuis een warme douche, de overschot van mijn gisteren gemaakte jagerschotel en mijn verslag schrijven terwijl ik tussen een tiental Duitsers hun doelpuntenfestival tegen Brazilië beleef. Zo slecht is het hier nog niet…

 

<
TERUG   VERDER
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21
Dag 22
Dag 23
Dag 24
Dag 25
Dag 26
Dag 27
Dag 28
Dag 29
Dag 30
Dag 31
Dag 32

Alle Foto's

Gastenboek